Agenda Lidmaatschap
Over het internet Standaarden
Publicaties Beleid
Over ISOC.nl Voor de pers
Internet Society: Het internet voor iedereen
Word lid van ISOC



 
Michiel Leenaars

Stuff Michiel Leenaars has written

Ga naar het overzicht  | homepage

Mobiliteit en afstand in de virtuele ruimte

IT's Business, RTL5, 19/5/2002

Met behulp van nieuwe media (en volgens mij begint dat ergens tussen telefonie en televisie) kunnen we afstanden overbruggen die de mogelijkheden van ons lichaam ver te boven gaan. Dat betekent dat we op afstand kunnen informeren, maar ook aan touwtjes kunnen trekken ('de melk is op, neem je straks uit de supermarkt een nieuw pak mee?'). Het belang van dat concept afstand is feitelijk al meteen duidelijk uit het eerste deel van de namen van deze media: 'tele' betekent letterlijk ver, op afstand. Vroeger heette ICT ook nog telematica, maar tegenwoordig is die naam minder in zwang.

De schrijver K. Schippers schreef ooit eens een interessante gedachte op: als we iets op afstand zien, bijvoorbeeld een tafel, dan kijken we ook ergens dwars doorheen. De ruimte tussen ons en het object is onzichtbaar! Zonder dat vergeten medium dat het licht doorlaat (lucht, maar ook brilleglas of een glazen deur) zouden we niet verder kunnen kijken dan dat we kunnen voelen. Het oog is tenslotte niet meer dan een stukje heel gevoelige huid dat op een ietwat draaibaar bolletje in ons hoofd groeit. Waarom zijn we er ons niet continu bewust van dat we langs iets heen moeten kijken om iets anders wel te zien? Waarom hebben we zo weinig behoefte om daar iets over te weten?

Met de virtualisering van de ruimte om ons heen (eerst door film en televisie, maar inmiddels met behulp van digitale beelden doorgedrongen tot diep in ons dagelijks leven) wordt het wel interessanter om iets meer te weten waar informatie vandaan komt. Daar hebben we eigenlijk voor het eerst kennis mee gemaakt door spiegels: je oog kan geen enkel onderscheid maken tussen je eigen spiegelbeeld en een (al dan niet bestaande) tweelingbroer die op dubbele afstand staat en je nadoet. Toch is er wel degelijk een verschil, maar alleen onze hersenen kunnen daar met behulp van wat informatie (naar jezelf zwaaien, kijken of de timing klopt) iets zinnigs van maken.

Als iemand met een sigaret per ongeluk tegen je hand aankomt, dan is behoorlijk duidelijk wat je voelt en waar dat gebeurt: het is een ongemedieerde ervaring. Maar met de nieuwe media, en zeker met mobiele telefonie en mobiel internet, is het zeker niet meer triviaal wat er allemaal gebeurt voor informatie ons bereikt. Pijn is een 'location based service' van het lichaam, terwijl iets zien of horen juist meer lijkt op het internet: afstand is maar in beperkte mate van belang (daarom is de combinatie, bijvoorbeeld teleconferencing ook zo sterk). Het moeten overbruggen van afstand opent mogelijkheden voor allerlei 'man in the middle'-scenario's, net als met die spiegels.

Met de komst van SMS, iMode, remote clients en andere vormen van mobiel internet doet het er steeds minder toe waar je bent om met iets of iemand te kunnen communiceren. Deze nieuwste mobiele communicatievormen worden met name asynchroon gebruikt, dus je valt niemand ooit lastig. Daarmee verdwijnt het medium uit zicht, het vervaagt op onze persoonlijke radar en wordt in feite transparant. Bij mobiele telefonie vragen mensen nog altijd waar iemand is en wat hij of zij aan het toen is, voordat het feitelijke gesprek begint. Op een WAP-toestel zie je niet echt waar je je op dat moment in de informatieruimte bevindt (daar is het schermpje te klein voor), dat heeft namelijk geen prioriteit.

We denken dus dat we informatie net zo kunnen vertrouwen als de pijnscheuten die onze huid doorgeeft. Maar het achterlaten van een belangrijk wachtwoord op de verkeerde plek kan desastreuze gevolgen hebben, en een goed besef hiervan is niet triviaal. Onze hersenen moeten altijd weer even de stap kunnen maken naar het bedrog van de spiegel, ook al gaat het om de steeds abstractere manier van denken en communiceren die voor ons al weer bijna gewoon zijn. We bewegen ons steeds mobieler in een informatieruimte, maar helemaal veilig of voorspelbaar zal die nooit kunnen zijn.