Agenda Lidmaatschap
Over het internet Standaarden
Publicaties Beleid
Over ISOC.nl Voor de pers
Internet Society: Het internet voor iedereen
Word lid van ISOC



 
Michiel Leenaars

Stuff Michiel Leenaars has written

Ga naar het overzicht  | homepage

Handschoenen af op het internet

Webwereld, 4 februari 2010

Op 16 januari 2011 bestond de internetstandaardenorganisatie IETF (Internet Engineering Task Force) vijfentwintig jaar. In diezelfde maand dat de IETF met twintig mannen en een vrouw in San Diego voor het eerst bij elkaar kwam, kreeg Piet Beertema het beheer over .nl - een taak die hij daarna een decennium lang zo'n beetje in zijn eentje vervulde. Het was een tijd waarin overheden zich nog maar amper bewust waren van de enorme maatschappelijke kracht van het internet, en er volop gelegenheid was voor individuele wetenschappers en andere pioneers om in de maatschappelijke luwte hun waardevolle ideeen om te zetten in een wereldomspannende infrastructuur.

Nu, een kwart eeuw later ontwikkelt hun magnifieke geesteskind zich nog steeds. Op technisch gebied zitten we midden in de overgang op nieuwe generaties van de technologie zoals IPv6 en DNSSEC, en wordt er over de hele wereld door nieuwe jonge mensen aan nieuwe innovatieve internetstandaarden gewerkt - en dat blijft iedere dag weer genieten. Maar overheden en politiek zitten niet meer te slapen. Sterker nog: ze willen meedoen. Eerst mocht dat niet. En toen werd er hier en daar wat gemord, maar er was weinig om boos over te worden en veel om blij over te zijn - het internet deed het tenslotte prima. Ze schikten zich daarom in bijvoorbeeld een 'adviserende' rol binnen ICANN. Het mantra was altijd: "if it ain't broke, don't fix it". De technische en intellectuele voorhoede die snapte hoe alles werkte, was ook verlicht genoeg om hun gedachtengoed als een heiligdom te bewaken.

Het internet is nog steeds niet kapot. Sterker nog: het draait als nooit tevoren, en het is belangrijker dan ooit. Maar iedereen denkt te snappen hoe het werkt en dus ook hoe het verbouwd kan worden. Het taboe om aan het internet te morrelen lijkt eraf. En dat kan het internet uiteindelijk flink beschadigen. Het is geen onwrikbaar gegeven dat de infrastructuur zoals we die nu kennen, er nog is over tien jaar. Anno 2011 vechten overheden en politici met de handschoenen af. Denk aan wat begon (onder het mom van terrorisme-bestrijding) met dataretentie - ook al wist en weet iedereen dat het volslagen waanzin was zonder praktisch nut voor opsporingsdoeleinden - en wat nu onder ACTA tot een veel breder commercieel slagwapen lijkt te gaan uitgroeien. Het is gemakkelijk te onderschatten wat voor 'chilling effect' dat heeft op de samenleving, op innovatie en op het netwerk. Denk aan de recente inbeslagname van "buitenlandse" .org, .com en .net-domeinnamen door Amerikaanse rechters. Denk aan de Tunesische overheid die massaal identiteitsdiefstal en spionage pleegde op haar burgers, en die onder meer in de browser van Microsoft de hoogst vertrouwde status heeft om code op je computer uit te voeren (een privilege dat het deelt met de Nederlandse overheid overigens). Of aan Egypte waar het internet op zwart werd gedraaid om politieke onrust te onderdrukken, met een maatschappelijke schade die in de vele miljoenen loopt. Denk aan Berlusconi, die zijn politieke macht gebruikt voor wetgeving om een user-generated content-videosite te laten omkatten als zwaar gereguleerd televisiestation en zo zijn totalitaire mediamonopolie in Italie veiligstelt. Of aan de 'vaderlandslievende' cyberaanvallen op Wikileaks en de roep om censuur en zelfs moord door politici.

Het meest verontrustend vind ik niet dat ontwikkelingslanden en dictaturen in dergelijke reflexen vervallen, maar hoe ook het westen zich op dit punt aan het voorbijlopen is. De GAC binnen ICANN wordt steeds ongeduriger en begint al over te koken. In Europa wordt gewerkt aan een Europees internetfilter. En bij de Verenigde Naties bleek in december dat het gros van de overheden wereldwijd eigenlijk in meerderheid helemaal niet meer met niet-overheden over het internet wil praten, wat eigenlijk neerkomt op muiterij. Het is alsof je in de auto op vakantie zit, en denk dat je vanaf de achterbank wel het stuur over kunt nemen. Het ziet er zo makkelijk uit, tenslotte - en dan gaan we later wel denken over hoe we de rem en de gaspedaal gaan bedienen.

Dit zijn geen incidenten, het is een trend. En het eind is nog niet in zicht. Natuurlijk is zoiets als de 'internet kill switch' waar de Amerikaanse politiek op dit moment mee speelt, vooral een theoretisch idee. En er zit natuurlijk heel veel robuustheid in het internet ingebouwd (en we werken aan nog meer robuustheid). Maar alles met een teen binnen de territoriale grenzen van de Verenigde Staten is natuurlijk wel kwetsbaar, en het feit dat een lagere Amerikaanse rechter persoonlijke communicatiegegevens van een Europese parlementarier en een Nederlandse burgerrechtenactivist via Twitter.com opvraagt is daar een goede illustratie van. Met de inbeslagname van buitenlandse domeinnamen door Amerika wordt een doos van Pandora geopend. Wat betekent dat bijvoorbeeld voor het vertrouwen van internationale verdragsorganisaties als de Verenigde Naties, ECOWAS of WHO die gebruik maken van een .int-domeinnaam, vallend onder het op Amerikaanse bodem gehuisveste IANA? Laten we hopen dat we samen met elkaar het tij kunnen keren, want het open internet als een van de grootste culturele en maatschappelijke prestaties van de mens ooit is te belangrijk om verspild te worden door politieke reflexen en bestuurlijke onkunde.

It ain't broke...