Agenda Lidmaatschap
Over het internet Standaarden
Publicaties Beleid
Over ISOC.nl Voor de pers
Internet Society: Het internet voor iedereen
Word lid van ISOC



 
Michiel Leenaars

Stuff Michiel Leenaars has written

Ga naar het overzicht  | homepage

Twister met de ICT-minister

IT's Business, RTL5, 4/5/2003

Men herkent de aard van een land aan zijn ministeries. Vrijwel ieder land heeft volgens mij wel ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie, Handel en Financiën (om via respectievelijk diplomatie, geweld en geld met de buitenwereld te praten, en zichzelf financieel op orde te houden). Maar daarna is het rijk al snel aan de fantasie, ofwel: je kan het zo gek niet bedenken of er is ergens in de wereld wel een ministerie voor. Je krijgt een aardig kijkje in wat voor problemen en belangen er (zogenaamd) verdedigd cq. bestreden worden door die ministers. Van een ministerie van Energie en nutsfuncties (Australië), Energie en mineralen (Tanzania) en een ministerie van Olie (o.a. Irak) snap ik nog waar ze vandaan komen -primaire overheidstaken en nationale industrieën verdienen de nodige aandacht.

Maar wat te denken van een ministerie voor Pers, Televisie, Radio en Massacommunicatie (Rusland) of een Ministerie van het Gezin in Nicaragua? Daar zitten toch minder heldere agenda's achter, zou je zo denken. Ook in Nederland is de domeinverdeling over ministeries altijd weer onderwerp voor onderhandeling. Zo hadden we heel vroeger een Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (let op de betekenisvolle clustering, die een maatschappelijke spiraal naar beneden inhoudt: culturele voorhoede, mainstream vermaak en dan nog wat voor de mensen voor wie zelfs vermaak te hoog gegrepen is), een takenpakket dat nu over maar liefst drie ministeries verdeeld is! De paarse kabinetten waren voorzien van een minister voor Grotestedenbeleid (zonder portefeuille, maar toch) en tijdens de voorlaatste kabinetsonderhandelingen werd nog driftig gesoebat of er een minister voor Milieu kon komen. Greenpeace droeg daarbij op spectaculaire wijze een minister voor door hem gewoon bij de presentatie van het nieuwe kabinet erbij te smokkelen, maar het heeft destijds niet mogen baten.

Nu de onderhandelingen voor een nieuw team ministers en staatssecretarissen voor ons land uiteindelijk een tweede keer op teleurstellende wijze aan het verlopen is - met dit keer een ex-MP die nét niet het onderspit gedolven heeft en dus nietsontziend van zijn partij mag afstevenen op een krachteloos egotripje rechtsom - zou het mooi zijn als we in deze kabinetsperiode tenminste een al jaren boven ons land hangende kans niet zouden missen. Want als Nederland zichzelf als aanstormend kennisland ziet, zullen we toch echt meer moeten investeren op dat gebied - niet alleen in ons imago en in stapels mooie rapporten maar ook in daad. Een mooi middel daartoe - waar al vaker over is gesproken maar wat nog nooit gehonoreerd is - is een minister voor ICT.

Een ministerie van ICT heeft een dubbele taak, intern op de overheid gericht en extern naar de samenleving toe. Dus enerzijds de ziekenzaal die overheid heet door gerichte acties van haar doorligplekken en muffe, niet al te gezonde klimaat afhelpen, en anderzijds optimale randvoorwaarden voor een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van het land te scheppen. Het dichtst in de buurt van zo'n ministerie kwam vreemd genoeg nog het al eerder genoemde (en inmiddels al weer opgeheven) ministerie van Grotestedenbeleid, dat dankzij de persoon van Roger van Boxtel een behoorlijke aanzet tot ICT-gedreven vernieuwingen heeft kunnen doen. Maar er is beduidend meer nodig, zoals het kabinet Balkenende in de windstilte die ze heeft bewerktstelligt overtuigend heeft laten zien ...

ICT staat in mijn vocabulaire niet alleen voor informatie- en communicatietechnologie, maar voor Innoveren, Catalyseren en Transformeren. We willen van amateur uit de subtop wereldklasse worden, in welke discipline dan ook - als we er maar genoeg aan verdienen. De ambitie is vooral negatief: we willen vooral geen land van arbeiders en boeren worden. Als je een dergelijke ambitie hebt moet je toch met iets nieuws aankomen ('innoveren'), de belangrijkste bestaande ontwikkelingen versnellen door inzet van strategisch beleid ('catalyseren') en processen en doelstellingen herzien en optimaliseren (transformeren). En dan nog moeten we goed onze doelen kiezen. Een baksteen kan best de ambitie hebben een wolkje te worden (weg van het slijk waarin de rest zich moet wentelen, op zoek naar hogere marges en fijnere vergezichten) maar dat maakt het nog niet erg kansrijk.

Als Nederland ergens goed genoeg in wil zijn om er een stabiele economische basis aan te ontlenen, moet de overheid daar bovenop zitten en actief bij betrokken zijn en blijven. Een sterke Nederlandse markt werkt het best als ze samen op kan trekken met een moderne, efficiënte overheid die de juiste infrastructuur voor R&D en voor ICT-ondernemerschap creëert. In de politiek is er weinig visie over hoe we ons meer op innovatie kunnen richten. Een minister van landbouw moet net als andere ministers heel veel van ICT afweten, maar daar ligt - zo zal men al snel denken - niet haar of zijn hoofdprobleem. Men wordt er ook nauwelijks op beoordeeld, het is eigenlijk allemaal al best snel goed. De voorwaarden voor succes op langere termijn ontgaan leken vaak al helemaal - terwijl slechte beheersbaarheid en schaalbaarheid in ieder geval bij ICT-toepassingen uiteindelijk vrijwel altijd een groter probleem vormen dan zomaar wat neerzetten.

Het is als met het spelletje Twister: het spelvlak met de regelmatige kleurenstippen ziet er eenvoudig genoeg uit, maar na een tijdje blijkt het heel complex te worden om staande te blijven. Alleen met de juiste ervaring kom je niet in een dergelijke constructie muurvast te zitten. De technische basis van kamerleden en recente kabinetsleden is aantoonbaar slecht - het zijn vooral mensen met een politicologisch of bestuurlijk profiel, en weinig roots in exacte wetenschappen of technologische toepassingen. Dan is het ministers ook niet kwalijk te nemen dat ze vaak de verkeerde beslissingen maken, maar dan moet men niet vreemd opkijken als er mensen bijgehaald worden die wel over dergelijke zaken verstand hebben.

Een nieuw te vormen ministerie van ICT zou de kans geven om op het juiste niveau ICT-kennis te injecteren, en als een tornado door de overheid te razen om processen te optimaliseren, en in samenspraak met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven de infrastructuur (hard én zacht) op niveau te brengen. Dus geen flauwe e-democratie-praatjes ophangen en halfzachte proefballonnetjes oplaten maar aan het werk om echte zaken echt goed geregeld te krijgen. Daarbij hoort onder meer een moderne wetgeving op het gebied van bijvoorbeeld digitale communicatie en identificatie (en dan bedoel ik echt niet alleen een PKI-opzet), een ambitieuze breedbandinfrastructuur (eigenlijk overal goed voor, zelfs als we uiteindelijk een andere kant dan een kenniseconomie opgaan) en voldoende speelruimte in het radiospectrum voor grootschalige experimenten en toepassingen met mobiele technologieën. We kunnen het namelijk wel, goed ICT-beleid voeren, zoals bijvoorbeeld het wereldwijd toonaangevende academische netwerk Surfnet bewijst. En uiteindelijk komen we dan vanzelf aan een herijking van de belangrijkste processen binnen de overheid.

Bij deze dus een oproep: wie er straks ook aan het einde van de formatieonderhandelingen aan tafel zit, zorg ervoor dat je een minister van ICT hebt. Dat kon wel eens de belangrijkste beslissing van je hele kabinetsperiode zijn ...