Agenda Lidmaatschap
Over het internet Standaarden
Publicaties Beleid
Over ISOC.nl Voor de pers
Internet Society: Het internet voor iedereen
Word lid van ISOC



 
Michiel Leenaars

Stuff Michiel Leenaars has written

Ga naar het overzicht  | homepage

Publicitaire zelfverrijking

Webwereld, donderdag 4 december 2008

- Als je minister of staatssecretaris wordt, verdien je misschien niet direct veel geld - tenminste niet als je het vergelijkt met topposities in het bedrijfsleven of de nutssector. Toch is er ook wel iets meer dan eer te behalen. Je krijgt een hoop publiciteit cadeau, en dat is een investering in je leven na de politiek - een publicitair appeltje voor de dorst. Maar mag je dat kunstmatig opkrikken over de rug van de belastingbetalende burgers en bedrijven?

De stormachtige publiciteit die meekomt met een functie in ons publieke bestuur is niet altijd leuk, vraag maar aan zelfgemaakte outcasts als Tara Singh Varma, Charles Swietert en Philomena Bijlhout. We hebben tenslotte allemaal het recht om ons met het landsbestuur te bemoeien, en als iemand liegt of een misstap begaat zijn we over het algemeen hard.

Want we weten ook wel dat er een heel bataillon aan tekstschrijvers en beleidsprofessionals achter zo'n minister zit, die het feitelijke werk doen. Hoewel je natuurlijk het liefst inhoudelijke zwaargewichten wilt, zijn mensen als Ronald Plasterk toch uitzonderingen. Een ministerspost is toch ook vooral de combinatie van een mediagenieke voordrachtskunstenaar die goed lintjes kan knippen en een menselijke stootzak die de politieke schuld moet kunnen krijgen voor de combinatie van ambtelijke zwaktes en mislukte bestuurlijke ambities. En dan moet je kunnen incasseren.

Maar als je de rit wel succesvol uitzit heb je een bekend gezicht en een ijzersterk imago als diener van het publieke goed. Alsof dat impliciete vertrouwen nog niet genoeg is heb je natuurlijk ook een persoonlijk netwerk op nationaal en internationaal topniveau. De waarde van die combinatie is moeilijk te overschatten. Bekende oud-bewindslieden als Wim Kok, Hans Wijers en Eelco Brinkman zijn dan ook prominent terug te vinden in de goedbetaalde en machtige rangen van voorzitters van lobbyplatformen, commissarissen en toezichthouders.

Het kunnen inzetten van een recente oud-minister blijft behoorlijk prestigieus, en daar moet terecht een prijskaartje aan zitten. Anders blijft het niet sjiek. Het voelde bijvoorbeeld niet goed toen Gerrit Zalm na een dienstbaar politiek leven zijn kostbare imago inzette om de toch wat trashy DSB-bank op te pimpen - maar met zijn nieuwe functie bij ABN Amro onder zijn voormalige protege Wouter Bos is zijn marktwaarde hersteld.

Dat vertrouwen is natuurlijk wel iets dat je moet verdienen, en dat kost geduld. Niet iedereen heeft dat van nature, en dan kan ik er goed inkomen dat je hem af en toe knijpt. Je weet tenslotte nooit hoelang je er nog zit. En bovendien: in de samenleving gebeuren rare dingen - zie dossier Ella Vogelaar. Is het toeval dat in de week van haar val als minister het kabinet Balkenende IV een grote campagne heeft aangekondigd met onder meer alle namen van de bewindslieden te gaan adverteren via het advertentienetwerk van een grote advertentiebroker annex zoekmachine?

Nu zie ik zelf überhaupt nauwelijks tot geen advertenties (jay voor het blokkeren van iframes en het scrapen van zoekmachines) maar voor de rest van de samenleving geldt dat men bij een zoektocht naar "Eimert van Middelkoop" bij de doorklik naar de nummer 1 hit (site ministerie van Defensie) toch de weg kwijt kan raken. En straks staat er een andere site nummer een, dus nu alvast preventief geschut inzetten met een daarnaast geplaatste advertentie naar diezelfde site is geen luxe voorzorgsmaatregel. Klikken op de ene link links is gratis, klikken op de andere link naar dezelfde site rechts kost de staatskas per klik enkele dubbeltjes. En dat kan aardig oplopen bij al die spreekbeurten.

Wordt daarmee geen morele grens overschreden? Ik wil zeker niet zeggen dat een zoekmachine zonder enige vorm van vertekening werkt of dat de zoekordening geen politieke implicaties heeft, verre van dat. Maar het is wel de realiteit van de informatiesamenleving, en op deze manier spelen de heren en dames politici vals. Ik kan me nog wat voorstellen bij op sleutelwoorden gericht adverteren richting een doelgroep - bijvoorbeeld mensen die op zoek zijn naar pro-anorexiasites of die op het punt staan om met kwakzalvende homeopaten of orthomoleculaire quasimedici in zee te gaan. Mijn gevoel voor pragmatisme wint het daar van mijn afkeer van bemoeizucht, vermits de prachtige analysetools van Google niet worden misbruikt om als overheid in het privedomein van burgers te komen. Maar het adverteren op persoonsnamen zonder meer is niet de juiste weg.

Ik heb alle begrip voor de heiligverklaringen die ministeries over hun bewindslieden online hebben staan, dat hoort er nu eenmaal bij. Maar ervoor betalen om die propaganda in de mediamix over alle anderen heen te schreeuwen? Dat overschrijdt de normen van goed bestuur. Je mag als politicus geen fles single malt whisky van 50 euro krijgen, maar wel voor tienduizenden euro's reclame maken voor je jezelf? Het zou toch ondenkbaar zijn dat in de krant een paginagrote advertentie staat met het CV van Wouter Bos en een link naar www.ministerbos.nl. Waarom zou dat dan online anders zijn?

Het is een glijdende helling als we op persoonlijkheden gaan adverteren van publiek geld - alsof mensen de site van een ministerie niet in overweging zouden nemen als ze interesse hebben in een bewindspersoon.

Bovendien is het eind snel zoek, want waarom zouden kamerleden, burgemeesters, wethouders, kandidaten voor politieke partijen en waterschappen, hoge ambtenaren (vanaf een nader te bepalen salarisschaal) er geen recht op hebben? De zendtijd voor politieke partijen is al ergerlijk genoeg. Maar deze actie van het kabinet riekt naar overtrokken glorificatie van de individuele bewindspersoon, of nog erger: naar publicitaire zelfverrijking. Dat wil je toch niet op je geweten hebben?